Verhalen vertellend en zingend trekt de troubadour door 't land. Mooi beeld uit vroeger tijden. Ook ik maak een lied met een verhaal. Vaak met plaatjes erbij, als een soort doodles - krabbeltjes, tekeningetjes - in de kantlijn. Vandaar "Troubadoodle" - een combi van verhaal, lied en beeld.
Hieronder de eerste twee, beide in/over het bos. Inderdaad, daar heb ik wat mee, maar geen zorg: er komen er meer aan, ook over heel andere onderwerpen.
Klik liedfilmpje en verhaaltje maar aan.
Pas geleden zijn er in ons mooie Bloemendaalse Bos een paar monumentale beuken geveld. Majestueuze bomen, vol in hun hoogzomerse blad. Daags daarvoor was de gemeentelijk bosbeheerder met ons door het bos gelopen. Bij alle bomen die gerooid moesten worden, vertelde hij wat er aan de hand was. Voor ons was er vrijwel niets te zien, maar volgens hem waren ze reddeloos verloren. Hij zag hoe ze waren aangetast door schimmels, waardoor ze zomaar zouden kunnen omklappen. Voor toevallige passanten levensgevaarlijk. Zo goed mogelijk probeerde ik zijn dramatische ‘kapboodschap’ over te brengen aan de vele ‘Vrienden van het Bloemendaalse Bos’. Mooier kon ik het helaas niet maken.
Toen de mensen van ‘Boomtotaalzorg’ bezig waren met het zorgvuldig ontmantelen en vellen van de bomen, kreeg ik toch nog verschrikte reacties van bosbezoekers dat er kerngezonde bomen werden omgehaald. Maar dat was echt niet zo. Eenmaal omgehakt kon je vaak goed zien hoezeer de schimmels hun vernietigende werk hadden gedaan. Zachtrot, witrot, bruinrot, ’t is allemaal niet best. Stamvoeten waren stevig uitgehold, waarbij de bosbeheerder ook nog opmerkte dat de schimmels pas aan de stam begonnen, als de wortels al aan de beurt waren geweest. Die waren dus al van drab.
Hierdoor bekroop mij het gevoel dat een boswandeling een vorm van Russisch roulette was geweest. Of erger: misschien is dat het nog. Een groot aantal beuken in het Bloemendaalse Bos dateert namelijk van ongeveer dezelfde datum als die zojuist zijn gekapt. Okay, er is geen dor hout te zien, maar dat zag ik ook niet bij de gevelde exemplaren. Zouden die schimmels nu niet ook bezig zijn met de rest van het bos? Is daar geen middeltje tegen? Of kunnen we die bomen misschien isoleren door een beschermingswand rondom in de grond? Tja, vermoedelijk is er geen beginnen aan. Jammer.
Schimmels zijn ook heel nuttig. Allerhande dood materiaal in het bos ruimen ze op en maken er voedzame stoffen van. Helaas loopt het weleens uit de hand, zoals bij die beuken van ons. De ene boom is daar kennelijk gevoeliger voor dan de andere. Dat is meestal niet goed te voorspellen.
Zo loop ik met m’n hond te mijmeren op de oude eikenlaan. Ze staan niet meer aaneengesloten, want in het verleden zijn er al een paar gesneuveld. Gelukkig hoefden er in deze kapronde geen eiken om. Even verderop doen kinderen bomentik. Een klas van de aanliggende Bos en Duinschool heeft hier buiten gymles. Na een lange lockdown is ook deze school weer open. Fijn voor kinderen, ouders en leerkrachten wellicht. Toch ben ik er niet gerust op, want van her en der sijpelen er alweer berichtjes door van corona-uitbraken op scholen.
Virussen, bacteriën, schimmels, een vergelijking ligt voor de hand. Onmisbaar voor de natuur, maar ze slaan ook weleens door. Dan worden mens en dier niet gespaard, zelfs al zijn die kerngezond. Gelukkig hebben we hierover in de loop der tijd steeds meer kennis opgedaan en preventieve middelen gevonden. Enge, zware aanslagen van lang geleden zoals pokken, de pest en de Spaanse griep behoren hierdoor tot ’t verleden. Vermoedelijk is dit een belangrijke voorwaarde geweest voor de verdere ontwikkeling van de mensheid. Maar goed, alertheid is wel geboden want nieuwe uitbraken liggen voortdurend op de loer.
Nu is ‘t Covid-19, dat de hele wereld op z’n kop zet. Massaal zijn we op jacht naar kennis over dit virus, hoe ’t zich verspreidt, waarom de een er wél en de ander (bijna) níet ziek van wordt, wat de effecten op de lange termijn zijn van een besmetting én natuurlijk: Het Vaccin - Het Medicijn.
Op de eikenlaan schuif ik wat dor hout naar de rand. Pas geleden is er bij noodweer heel wat uit de bomen gewaaid. Op de hoek is gelukkig ook de oude eik overeind gebleven. Ik hoop nog heel lang van ‘m te mogen genieten.
Schiet op - hup - m’n moeder trok me mee naar de overkant van de straat, want op onze stoep kwam er een kale man met een keffertje aan. Zo kreeg ik de angst voor honden met de paplepel ingegoten. Toch hadden ze wel aantrekkingskracht. Overbuurvrouw van Kempen - waar we ’s woensdags televisie keken - had een wit hondje dat sprekend leek op Bobby van Kuifje. Teddy. Eindelijk mocht ik ‘m een keertje uitlaten. Helemaal zelf, al was ik pas vijf. Spannend! Jammer alleen dat Teddy niet mee wou. Verder dan de voordeur ben ik niet gekomen. Dat wist mevrouw van Kempen natuurlijk allang. Wie geeft er anders z’n hondje mee aan zo’n klein knulletje?
In de tweede klas van de lagere school verhuisden we van Haarlem Noord naar de andere kant van de stad, vlakbij de Kathedraal. Tegenwoordig moet je Koepel Kathedraal zeggen. Hoe verzinnen ze ‘t. Dat werd vijf kilometer heen en vijf kilometer terug, achterop de fiets bij een van mijn oudere broers. Die klagen er nu nog over. Alsof ’t voor mij zo’n pretje was, dat ik niet zelf mocht fietsen. Kon ik heus wel. Maar goed. Voor het nieuwe schooljaar verkaste ik gelukkig naar een school op loopafstand. De Koorschool, toen nog gevestigd in een statige villa in het Wilhelminapark. Geweldige school. Dat is ie nog steeds, hoor ik. Iedereen begint er in de derde klas, groep vijf. Je was dus allemaal nieuw, niet alleen ik. Die bijzondere koorschool, Ik kan er nog veel meer over zeggen, maar nu terug naar de honden. Bijvoorbeeld die van meester Franken. Die had ik in de vierde én in de vijfde klas. Een topper. Kon geweldig vertellen. Uit z’n hoofd. Over Brilstra bijvoorbeeld, de fietsenmaker die z’n brommer had omgebouwd tot helikopter en daarmee spannende avonturen beleefde. Elke dag weer. ’s Avonds in bed wilde m’n broer graag dat ik die verhalen aan hem doorvertelde. Kennelijk deed ik dat niet zo inspirerend. Hij sliep al na een halve minuut.
Die meester Franken had drie honden. Twee Ierse Setters, Rufus en Quintus en een klein hondje, Punch. We gingen wel eens met hem mee z’n honden uitlaten in de Haarlemmerhout, vlakbij school. In het deel wat de Donkere Hout of Grote Hout wordt genoemd en destijds ook wel de Oude Hout. Als jongetje was je er niet zo mee bezig hoe mooi het daar is. Je liep er gewoon lekker. Ook omdat ik voor de honden van meester Franken níet bang was. Dat was wel stoer. Net als de fietscrosstochten die ik met schoolvriendjes door die Hout maakte. Om de beurt ging één van ons voorop. Dan probeerde je zoveel mogelijk op smalle olifantenpaadjes te blijven. Als een soort struikrovers door het dichte woud. Zo voelde dat.
Jaren glijden voorbij. De Haarlemmerhout maakte plaats voor de Kleine Houtstraat met vermaak als de Drinkwinkel, de Slok, de Moulin Rouge én snackbar het Snorretje. Voor de Hout was dat wel zo prettig, want los bollende pubers en een mooi bos zijn meestal geen fijne combi. Niet voor ’t bos in elk geval.
Later - na een tijdje Delft - kwam ik beginjaren 80 om de hoek van het Bloemendaalse Bos wonen, de wat kleinere variant van de Haarlemmerhout. Eerst deed ik daar niet speciaal wat mee, maar dat veranderde toen er kinderen kwamen. Het bos als bron van kleutervermaak. Verstoppertje, bomentik, herfststukjes met eikeltjes en zo. Dat er ook honden liepen, nam ik op de koop toe. En daar waren m’n meiden gelukkig helemaal niet bang voor. Integendeel. Vooral m’n jongste dochter wilde er dolgraag een. Op d’r vijfde had ze al een poes gekregen. En tja, toen ze tien werd, gingen we overstag. Een hond. Een hele uitdaging, maar stiekem vond ik ‘t zelf ook leuk. En dan leer je het bos pas echt goed kennen. ’s Morgens, ’s middags, ’s avonds, ’t hele jaar door. Wat fantastisch. Mensen vragen weleens ‘Zeker wel veel werk, zo’n hond?’ Vast antwoord: ‘Meer!’ Want tja, als je die uren en uren wandelen als werk gaat zien, is er inderdaad geen beginnen aan.
En het bos verdient een ode. Die heb ik dan ook gemaakt. Voor ’t Bloemendaalse Bos, maar hij zou net zo goed voor de Haarlemmerhout kunnen gelden.
Met deze solo voorstelling had ik in de afgelopen periode her en der in theatertjes willen staan. Helaas kwam daar iets tussen... Het komt er vast nog wel een keer van en dan wil je het niet missen. Een meeslepende voorstelling in een wereld van relatie- en date-perikelen, boeiend gebracht in beeld, lied en vertelling. Spanning, bedrog en passie, getekend naar het leven. Soms absurdistisch, dan weer ontroerend.
In een hunkerende zoektocht naar die ene geheimzinnige date, ontmoeten we allerhande fascinerende figuren. Wat hen - en ons allen - bindt, is de hang naar warme liefde; een leidend thema in Blind Date. Het is een eeuwige speurtocht met soms wat succes.
Na een serie try-outs en bijschaven kon Blind Date het land in.
En toen was ineens alles anders...
Maar - nee - we geven de moed niet op!
(klik hier voor de trailer)
Een ironische schildering in lied, beeld en verhaal geïnspireerd op de lommerrijke gemeente Bloemendaal, met een satirische kijk op haar inwoners én inwoonsters. Een voorstelling bedoeld en opgevoerd voor lokaal Bloemendaals publiek.
De titel is een vrolijke knipoog naar 'Domweg gelukkig in de Dapperstraat'. De tekst van het openingslied volgt de structuur van dit gedicht, maar is verder juist een omkering van de inhoudelijke boodschap ervan.
Altijd fijn als je iemand kan verrassen met een persoonlijk lied. Het duurt meestal niet langer dan een minuut of vier, maar maakt een feest wel bijzonder. Dit leuke promotiefeest was dat al, maar ik mocht er toch graag nog wat aan bijdragen met Enen en Nullen.
Enen en Nullen
Het proefschrift van Carolien heeft veel te doen met computers en informatica. Na vele ceremoniële plichtplegingen is het tijd voor feest. Ik open met een lied, waarin de geheime boodschap wordt onthuld in de enen- en nullenstroom van de boekomslag, die ik voor haar heb ontworpen.
Laatst zag ik Sarah
Schoonheidsspecialiste Carin is 50 jaren jong.
Op het feest zing ik een lied dat ik speciaal voor haar heb gemaakt.
Time - Expositie van Georgette van Velzen
Leuk! Ik mag deze prachtige expositie openen.
Neem een kijkje op haar Facebook-pagina
Ik zag 'm eerst niet zitten
Bij haar afscheid van groep 8 zingt Rosie dit lied van mijn musical 'Bertje Kei'. Normaal gesproken wordt zo'n musical opgevoerd met een muziekband die onderdeel is van het 'musicalpakket'. Rosie kende ik van de basisschool van mijn kinderen. Getalenteerd als zij is, zong ze vaker voor mij. Hier begeleid ik haar dan ook live.
Puffen
Een keer maakten we met de hele school samen een musical, waarbij elke klas een scène deed en ik bijna alle liedjes schreef. Dit nummer is voor een scène met Aladdin in de wereld van 1001 Nacht. Kleuters spelen en dansen en doen het refrein mee. 'Puffen' is hier prachtig gezongen door Pacelle.
Nazomeren met de Vrienden van het Bloemendaalse Bos
Het vermaak ligt om de hoek. Het werd dus een excursie door het Bloemendaalse Bos met aansluitend feestje. In een gezellige optocht - met veel duwende vrijwilligers en rolstoelen - gingen we langs bij herderin Regina. Zij laat een paar dagen per jaar haar schapen het Bos begrazen. Een prachtproject! Daarna naar de Hertenkamp, waar beheerder Henk ons dit keer binnen de hekken liet komen. Aansluitend deed ik een 'Amazing Meezing Party' - dus lekker zingen met mekaar - mét hapje en drankje op het zonnige terras van Woonzorgcentrum De Rijp. Een top middag, mede mogelijk gemaakt door Bloemendaal Samen.